Op woensdag 2 oktober vindt het LOGO Woordenschatfestival plaats.
En u bent van harte welkom! Belangstelling voor woordenschatonderwijs? Kom dan naar deze dag en geniet van alle kennis en ervaringen die we met u delen!
Ons nieuwe peuter pakket, speciaal ontwikkeld voor kinderdagverblijven.
LOGO-peuters laat peuters de belangrijke basiswoorden goed en snel verwerven, op een speelse manier die aansluit bij de natuurlijke ontwikkeling van het kind en de dagelijkse routines op de groep.
Meer over LOGO peutersHet hulpmiddel om de woordenschat van kinderen uit te breiden.
Het materiaal is bij iedere bestaande aanpak inzetbaar. Peuters en kleuters leren alle 3000 woorden van de Basiswoordenlijst voor Amsterdamse Kleuters (de BAK).
Zo gaan ze goed voorbereid naar groep 3.
Doorlopend woordkennis opbouwen in de middenbouw, ook bij het (leren) lezen.
LOGO groep 3 trekt de lijn door. Leerkrachten krijgen materialen in handen om kinderen systematisch meer en beter woorden te leren; aansluitend bij het leren lezen en schrijven.
Meer over LOGO groep 3Schooltaalwoorden
zijn essentieel voor het begrijpen van teksten.
Schooltaalwoorden zijn moeilijk te leren en aan te leren. Leerkrachten krijgen kant en klaar materiaal om woord- en tekstbegrip in de taal- en vaklessen te vergroten.-
Meer over LOGO groep 4-5Wil je meer weten over het belang van een goede woordenschat en wat LOGO 3000 voor jouw school kan betekenen, meldt je dan aan.
Meer wetenBen je benieuwd naar de kosten van LOGO 3000 voor jouw school? Vul dan dit formulier in en wij sturen je een vrijblijvende offerte toe.
Meer wetenKunnen we je ergens mee helpen? Heb je vragen over ons product of wilt je op de hoogte gehouden worden. Neem dan contact met ons op.
Meer wetenOntvang jij graag advies van onze trainers? Meld je dan aan voor onze nieuwsbrief.
2. de dieren: vis - eend - kikker - zwemmen - waggelen - springen
6. de huisdieren: hond - poes/kat - konijn
7. de hond: poot - kop - staart - bek - snuit
8. vliegen: vogel - vlieg - vlinder - vleugels - snavel
2. overal dieren: gans - kwaken - mus - merel - haas - mol - egel - stekel - slak - blaffen - miauwen - spinnen - spin - mug - mier - lieveheersbeestje - muis
3. de boerderij: koe - schaap - paard - varken - kip - kalf - veulen - kuiken - lam - big - boer - boerin - kruiwagen - wei - stier - kater - poes - haan - mesthoop - stinken
4. kinderboerderij: cavia - schildpad - hooi - geit - bok - ezel - hol - hok - vogelnest - stal - kooi - mand - grasveld - paardenbloem - stuiven
1. dierengeluiden: blaten - brullen - grommen - hinniken - kakelen - knorren - kraaien - loeien
3. kleine dieren: spin - spinnenweb - insect - bij (zoemen) - wesp (steken) - rups - worm - slakkenhuis
5. huisdieren: konijnenhok - stro - veer - vacht - snorharen - pluis - (vogel)kooi - schild - goudvis - hamster - kanarie - pony - zadel