In groep 3 is veel tijd nodig voor het leren lezen en schrijven. Toch mag de woordenschatontwikkeling niet stil staan. LOGO groep 3 is hét hulpmiddel om de vaart erin te houden en de woordenschat van de kinderen in groep 3 systematische verder uit te breiden: niet in aparte lesjes, maar geïntegreerd in de dagelijkse onderwijsactiviteiten.
Leerkrachten zien vaak grote verschillen in woordkennis bij hun leerlingen in de groep. Ze willen de achterstanden zo snel mogelijk verkleinen. In groep 3 komen vaak al schoolse woorden aan bod en moeten abstracte woorden uitleg krijgen.
We hebben de woorden geselecteerd uit frequentielijsten van veel voorkomende woorden in taalgebruik op school. De woorden en oefeningen zijn zo gekozen dat de leerkracht die vier maal per week ongeveer 10 minuten aan woordenschatuitbreiding (semantiseren en consolideren) in een jaar ruim 900 speciaal geselecteerde groep 3-woorden aan de orde kan laten komen.
Woorden leren is niet zomaar rijtjes woorden toevoegen aan een berg eerder opgedane woordkennis. Woorden en hun betekenissen zijn in het geheugen van mensen met elkaar verbonden in een netwerk van betekenissen (de hond - de kat - het huisdier). Bij het leren van nieuwe woorden (de cavia) gaat het om aanhaken en leggen van nieuwe betekenisverbindingen. Hoe hechter het woord(kennis)netwerk, des te sneller woorden tijdens het spreken of lezen ‘herkend’ worden én hoe makkelijker nieuwe woorden kunnen worden ingepast. Er is veel winst te behalen als het onderwijs aansluit bij dit principe. Door nieuwe woorden niet los aan bod te laten komen, maar te werken aan een logische opbouw van het kennisnetwerk. LOGO draagt bij aan meer en beter woorden leren, doordat woorden voorgestructureerd zijn in woordclusters (de halsband - de riem - uitlaten; volhouden - opgeven; de planeet - de aarde - de ruimte - het heelal).
Het clusteren van woorden, zoals dat bij LOGO gebeurt, komt het woordenschatonderwijs in meerdere opzichten ten goede.
Er zijn verschillende materialen waar de leerkracht uit kan putten: kant-en-klare woordwebben met bijbehorende leerkrachtkaarten, praatplaten en een woordkalender. Bij alle woordclusters zijn betekenissen én betekenisverbindingen duidelijk in beeld gebracht. De bijbehorende leerkrachtkaarten geven praktische suggesties voor het aanbieden, verwerken en inoefenen van de woorden. De woordwebben komen als geheugensteun op de woordmuur in de groep te hangen. Dan kunnen kinderen ‘afkijken’ of ernaar terugwijzen bij het herhalen van de woorden. Er zijn ook praatplaten met duidelijke afbeeldingen van te leren woorden. De woordkalender is gereserveerd voor ‘de woorden van de week’, die de leerkracht aanbiedt door ze in te vlechten in het dagelijkse taalgebruik.
De uitdaging is om de betekenissen goed te verduidelijken. Daarom biedt LOGO de leerkrachten effectieve, woordelijk uitgeschreven scripts, met een korte krachtige uitleg en visuele ondersteuning. Het gaat om instructiemomenten, die niet langer dan 2 tot 3 minuten per woordcluster duren, zodat tijd wordt bespaard. Het gecombineerd uitleggen en uitbeelden zorgt voor beter leren en maakt het makkelijker om woorden te onthouden: kinderen krijgen letterlijk en figuurlijk zicht op de betekenissen van woorden. Dat maakt woorden leren leuk en laagdrempelig. LOGO zorgt voor een logische opbouw van woordkennis en helpt de leerkracht om de woorden effectief aan te bieden en in te oefenen.
Er is in de onderbouw veel aandacht voor woordenschat; tóch schiet de woordkennis van kinderen vaak nog tekort. Leerlingen die onvoldoende woordkennis hebben, ondervinden moeilijkheden bij het begrijpen van teksten. Ze missen gauw de nuances of verliezen hun aandacht. Veel leerkrachten zouden graag meer willen doen, maar er zijn zo veel woorden te leren en de tijd is beperkt. Het is juist voor de minder taalvaardige leerlingen in groep 3 belangrijk om de lijnen door te trekken, zodat ze niet verder achteropraken.
LOGO groep 3 biedt uitkomst. Het helpt de leerkracht door: 1) de selectie van belangrijke groep 3 woorden. Uit de veelheid van woorden is een weloverwogen keuze gemaakt van nieuwe woorden die vaak voorkomen in groep 3. Die woorden moeten de leerlingen leren om goed mee te kunnen komen in de klas. De woorden zijn geselecteerd uit bestaande frequentielijsten (de WAK en de BasiLex) en in LOGO groep 3 kant-en-klaar uitgewerkt. 2) in een doorgaande lijn voort te bouwen op de eerder aangeleerde woorden van groep 1 en 2. Het is zonde van de onderwijstijd als er tijd wordt besteed aan woorden die kinderen al kennen. Er zijn nog zoveel te leren woorden! Kinderen moeten nieuwe woorden leren en hun woordkennis daadwerkelijk uitbreiden.
Gaat het bij kleuters om de verwerving van een basiswoordenschat, in groep 3 is er vooral aandacht voor opbouw van een schooltaalwoordenschat. Er komen gaandeweg steeds meer abstracte woorden en begrippen aan de orde zoals het leger - de oorlog - de vrede, de aanbieding - de reclame - de korting en tegelijkertijd - van tevoren - naderhand. Ook voor deze woorden, waarvan de betekenis niet direct in een plaatje te vatten is, zijn speciale illustraties gemaakt die de uitleg visueel ondersteunen.
Groep 3 is ook het schooljaar waarin de nadruk ligt op leren lezen. Daarbij komt het accent te liggen op tekstbegrip. Woorden en hun betekenissen vormen de sleutel tot begrijpend luisteren en lezen. Kinderen moeten de kans krijgen om de betekenis van woorden uit te diepen in verschillende contexten. LOGO groep 3 geeft veel praktische tips voor verdieping van de betekeniskennis, zowel in korte gesprekjes als bij het lezen. Een woord als de gezondheid bijvoorbeeld, wordt gebruikt in de context van de voeding (gezond eten) en de beweging (gezonde activiteiten). Binnen dit kader kan als verdieping het woord de vitamine worden aangehaakt. In de interactie worden kinderen geprikkeld om de nieuwe woorden aan te haken bij bestaande kennis en zich zo de woordbetekenissen eigen te maken. LOGO geeft bij elk woordcluster suggesties. Zo krijgen kinderen inzicht in de gebruiksmogelijkheden en betekenisnuances van de woorden en wordt hun kennis van de nieuwe woorden verdiept. Ook zijn er veel suggesties voor groeps- en tweegesprekken waarbij leerlingen worden uitgedaagd om zelf woorden actief te gebruiken.
Met LOGO groep 3 kan iedere leerkracht succesvol aan woordenschat werken dankzij:
Het is natuurlijk de bedoeling dat kinderen de aangeboden woorden goed onthouden. Herhaling is hier het sleutelwoord! In de praktijk zijn er nogal wat vragen. Hoe zorg je dat het leuk en afwisselend blijft? Hoe houd je het voor de kinderen plezierig en uitdagend? Hoe zorg je dat kinderen ook op de lange termijn de woorden niet vergeten? Op de leerkrachtkaarten geeft LOGO groep 3 praktische ideeën voor gevarieerd consolideren, waarbij de woorden stelselmatig terugkomen in spelletjes, beweeg- of bespreekopdrachten, teken- of knutselactiviteiten en geletterd- of gecijferdheidopdrachten.
We kennen de risico’s die kinderen lopen als ze de basiswoorden niet snel genoeg leren. Helaas blijven grote groepen kinderen op school achter, simpelweg omdat ze over te weinig woorden beschikken. Er zijn twee belangrijke redenen waarom het intensiveren van woordenschatonderwijs boven aan het prioriteitenlijstje moet staan.
In alle vakken en bij alle lessen hebben kinderen woorden nodig om de les te kunnen begrijpen. Woordenschat is de basis om mee te kunnen doen, om mee te kunnen praten en om mee te kunnen denken. Als de kinderen te weinig woorden kennen om de les te begrijpen leren ze minder bij: dat verstoort hun verdere schoolloopbaan.
Op grond van het aantal gekende woorden in de kleuterleeftijd blijkt men te kunnen voorspellen hoe goed een kind van 10 jaar begrijpend kan lezen. Dat heeft onderzoek uitgewezen. Als kinderen te weinig woorden kennen kunnen ze de techniek van het lezen wel onder de knie krijgen maar er is onvoldoende tekstbegrip. Vooral bij het lezen van schoolboek-teksten lopen ze daar continu tegen aan: ook dat zal hun verdere schoolloopbaan ernstig verstoren.
Met LOGO groep 3 leren kinderen woorden, betekenissen en betekenisverbindingen die de kans op schoolsucces vergroten. Alle woorden zijn kant-en-klaar uitgewerkt, zodat leid(st)ers en leerkrachten een minimale voorbereidingstijd nodig hebben. Zo kunnen ze hun aandacht richten op een functioneel taalaanbod, waarbij veel meer woorden en betekenissen spelenderwijs aan de orde komen.
De woorden zijn zo uitgewerkt dat:
Voor leerlingen is er niet alleen digitaal oefenmateriaal. Het is goed om ook op papier woorden (mee) te lezen en te schrijven. Er zijn speciaal voor LOGO groep 3 liedjes en versjes geschreven waarin de nieuwe woorden terugkomen. De liedjes en versjes zijn op de bijbehorende cd en het digibord te beluisteren. De teksten staan op kopieerbladen. Leerkrachten kunnen ze aan de kinderen en de ouders uitdelen om samen te lezen.
Verder zijn er werkboeken voor de leerlingen, met veel speel-leeroefeningen die ze op school en thuis kunnen doen nadat de betreffende woordwebben of praatplaten zijn behandeld. De leerlingmaterialen maken het mogelijk om ouders bij het woordenschatonderwijs te betrekken. De uitdagende en leuke opdrachten motiveren kinderen tot gebruik van de woorden, terwijl ze hun kennis rond de woorden uitbreiden.
Losbladig, dus de leerkracht kiest Het unieke losbladige systeem van LOGO stelt leerkrachten in staat het woordenschatonderwijs te integreren in de bestaande onderwijsleersituaties. Ook dat spaart tijd. De leerkracht kiest de woorden die op dat moment nodig zijn, bijvoorbeeld de woorden de melodie en het ritme tijdens de muziekles; en de omslag en de titel bij het thema ‘boeken’.
LOGO groep3 voor de leerling: digitale oefeningen van 160 woordclusters, 20 plaatplaten, 28 (voor)leesbladen bij de liedjes en versjes én een werkboek met 64 speelleerbladen bij de woorden.
Om het herhalen te vergemakkelijken heeft LOGO groep 3 ook een digitale component. Kinderen kunnen zowel op school als thuis in hun eigen tempo met de woorden aan de slag en zo de woorden extra oefenen tot ze geleerd zijn. In het digitale programma krijgt de leerling direct feedback op de gegeven antwoorden. Dit versterkt het leereffect. Bovendien onthoudt het programma voor elke individuele leerling welke antwoorden fout waren: die vragen komen dan opnieuw terug, net zolang tot het woord geleerd is.