Nu voor de meeste leerlingen vanwege het Corona virus de scholen dicht zijn biedt LOGO 3000 de komende weken alle scholen gratis digitale toegang tot door ons geselecteerde woorden.
Het gaat hier om een speciaal samengestelde versie van LOGO-digitaal. Het is een speciaal product dat niet dezelfde functionaliteiten kent als het reguliere LOGO-digitaal (waar LOGO-scholen een abonnement op hebben).
Inloggegevens gratis toegang tot geselecteerde woorden:
1. Ga naar www.logo-digitaal.nl
2. Vul de volgende code in het roze blok [thuis oefenen]: nbyeKCEuaA
Deze code is de inlogcode die geldt voor iedereen.
Inlogcode: nbyeKCEuaA
g1-lente-6 ongeveer- precies
g1-lente-7 lente - het jong - volwassen – pasgeboren - dood – levend
g1-lente-9 huisdier – voeren - aaien - vacht – bijten - beet
g1-lente-39 voordat-nadat
g2-herfst-32 Vergrootglas-afvragen-onderzoeken, ontdekkeng
1-lente-28 vooraan - achteraan - in het midden – de rij
g2-lente-20 galopperen - draven - scharrelen - slingeren - snuffelen - een hoop doen - hondenpoep
g2-lente-21 een ei leggen - trippelen - fladderen - pikken
g2-lente-24 kudde - grazen - het jong - beschermen - verjagen - vogelverschrikker
p-lente-2 De dieren: kikker vis eend zwemmen waggelen springen
p-lente-7 De hond: poot - kop - staart - bek - snuit
p-lente-8 Vliegen: vogel - vlieg - vlinder - vleugels - snavel
g1-lente-3 De boerderij: koe - schaap - paard - varken - kip - kalf - veulen - kuiken - lam - big - boer - boerin - kruiwagen - wei - stier - kater - poes - haan - mesthoop - stinken
g1-lente-4 De kinderboerderij: cavia - schildpad - hooi - geit - bok - ezel - hol - hok - vogelnest - stal - kooi - mand - grasveld - paardenbloem - stuiven
g2-herfst-1 Dierengeluiden: blaten - brullen - grommen - hinniken - kakelen - knorren - kraaien - loeien
g2-herft-3 Kleine dieren: spin - spinnenweb - insect - bij (zoemen) - wesp (steken) - rups - worm - slakkenhuis
7. lente - het jong - volwassen – pasgeboren - dood – levend
9. huisdier – voeren - aaien - vacht – bijten - beet
31. jong – oud
28. vooraan - achteraan - in het midden – de rij
20. galopperen - draven - scharrelen - slingeren - snuffelen - een hoop doen - hondenpoep
21. een ei leggen - trippelen - fladderen - pikken
24. kudde - grazen - het jong - beschermen - verjagen - vogelverschrikker
7. de hond: poot - kop - staart - bek - snuit
8. vliegen: vogel - vlieg - vlinder - vleugels - snavel
3. de boerderij: koe - schaap - paard - varken - kip - kalf - veulen - kuiken - lam - big - boer - boerin - kruiwagen - wei - stier - kater - poes - haan - mesthoop - stinken
4. kinderboerderij: cavia - schildpad - hooi - geit - bok - ezel - hol - hok - vogelnest - stal - kooi - mand - grasveld - paardenbloem - stuiven
1. dierengeluiden: blaten - brullen - grommen - hinniken - kakelen - knorren - kraaien - loeien
3. kleine dieren: spin - spinnenweb - insect - bij (zoemen) - wesp (steken) - rups - worm - slakkenhuis